Ik mag werken op een groep met alleen maar 85 +. De tand destijds heeft ze misschien lichamelijk gespaard maar geestelijk valt het in sommige opzichten allesbehalve mee. Mensen die vroeger midden in het leven stonden leven nu in hun eigen wereld. En soms is die wereld helemaal niet leuk en zelfs bij vlagen beangstigend.
Voor mijn werkzaamheden betekent dat dat ik lichamelijk lang niet zo hard hoef te werken als dat ik dacht. Ik vroeg me regelmatig af of ik niet geacht wordt iets anders te doen dan zitten en plaatjesbingo spelen. Maar het is natuurlijk veel meer dan dat. Het is observeren, bijsturen. Een helpende hand zijn als dat nodig is.
Zorgen dat mensen zich veilig voelen. Zo’n groep accepteert je niet direct. En als een team bijna compleet vervangen is geeft dat bij de bewoners ook onrust. Wie is dat gezicht ? Wie is dat die mijn kamer binnenkomt ? Ik ken u niet. Woont u hier ?
En de mensen waarmee ze een leefgroep vormen hebben ze ook niet zelf uitgekozen. Op hoogbejaarde leeftijd moet je een huiskamer delen met vreemden. Eet je je aardappelen, bloemkool en een hamburger aan tafel met mensen die je niks zeggen.
Soms weet je niet meer waar je bent. Soms word je boos op de hele wereld. Soms ben je verdrietig. En dan is mijn taak om je te vertellen waar je bent, je te kalmeren en te troosten. Ik ben er als je naar het toilet moet en ik ben er als je naar bed gaat.
Ik sta nog aan het begin van mijn opleiding en ik moet nog heel veel leren maar ik hou van wat ik mag doen. Ik ben dankbaar voor deze kans en ik ga hem volledig benutten. Omdat ik, samen met mijn collega’s, het verschil kan maken in hun wereld.
#ikzorg